Verzorging

Paarden kunnen niet zo goed laten merken als ze pijn hebben. Het komt dan ook vaak voor dat gebitsproblemen vaak ontdekt worden als het al in een vergevorderd stadium is. Als deze dan eenmaal zijn verholpen is het belangrijk uw paard jaarlijks te laten controleren / behandelen, dat is wel zo eerlijk tegenover uw paard.

Het paard heeft een groeiend en slijtend gebit. Per jaar slijt het gebit ongeveer 2 mm. De bovenkaak is breder dan de onderkaak. Tijdens het eten maakt het paard een roterende zijwaartse beweging. Omdat het gebit niet helemaal afslijt blijven er door het malen scherpe randen aan de kiezen zitten.

Deze scherpe randen ontstaan aan de buitenzijde van de bovenkaak en de binnenzijde van de onderkaak. Door de scherpe randen ontstaan er kleine, niet zichtbare, wondjes in de wang en de tong van het paard (vergelijkbaar met een sneetje aan papier in de vinger).

Omdat dit pijn veroorzaakt, kan het paard proppen gaan maken tijdens het eten, om deze tussen de kiezen en de wang te stoppen om de druk te verminderen. Tijdens het rijden kunnen die proppen niet blijven zitten en kan het paard overmatig draderig slijm gaan produceren om de wang van de kiezen af te houden. (niet te verwarren met het schuimen van het paard, als het correct in de aanleuning is en ontspannen gereden wordt).

Het is echter wel zo, omdat het paard het voer slechter zal vermalen, er minder belangrijke mineralen en andere voedingsstoffen worden opgenomen. Dit kan in de loop van de tijd gewichts- en krachtverlies veroorzaken.

Enkele misverstanden bestaan over het aantal haken dat een paard kan hebben. Het paard heeft nooit maar één (1) haak, dat is niet mogelijk, omdat het paard kauwt met zijn hele gebit. De haken ontstaan omdat een paard niet helemaal rond maalt, maar slechts een deel van een maalbeweging maakt.

Een deel slijt dus niet regelmatig af en wordt dus scherp. Hierbij is het weer belangrijk dat er ook aandacht aan de achterste kiezen wordt besteedt. Dit is dan ook het deel waar de meeste kracht op wordt uitgeoefend, met als gevolg de meeste slijtage.

Ook kan er in de mond van het paard een wolfskiesje zitten. Het kiesje kan het paard last bezorgen doordat het hetzelfde effect heeft als een splinter in de hand, je voelt het niet, totdat je iets vastpakt.

Het paard kan dus een ophouding via het bit als pijnlijk gaan ervaren. In overleg met de eigenaar, wordt het wolfskiesje verwijderd of blijft het zitten totdat de eigenaar zelf aangeeft dat hij/zij het kiesje verwijderd wilt zien.

Het wolfskiesje is meestal zeer klein en kan dus niet worden verward met een hengstentand. Deze hengstentanden zitten verankerd in de kaak en kunnen dus niet verwijderd worden omdat dat kaakbreuk tot gevolg kan hebben.

Kijkt men in een paardenmond, dan ziet men meestal alleen de eerste drie kiezen. Alleen met een klem of met een goede lamp kan men de haken op de achterste kiezen voelen en zien. Na de behandeling zal het een aantal dagen duren voordat het paard merkt geen pijn meer te hebben bij het eten of het berijden. Eventuele wondjes in de wangen en tong zullen snel genezen.